Cocaïne is afkomstig van de erythroxylon cocastruik die groeit in de uitlopers van het Andesgebergte in Zuid-Amerika. Het is een algemeen beschikbaar en zeer verslavend medicijn vanwege zijn misbruikpotentieel. Cocaïne is door de VS geclassificeerd als een Schedule II medicijn. Cocaïne heeft een minimale biologische beschikbaarheid bij orale inname. Daarnaast kan het worden gesnoven als cocaïne hydrochloride poeder.

Cocaïne

Hoe werkt cocaïne? Het is een stimulerend middel waarvan het primaire werkingsmechanisme erin bestaat de heropname van noradrenaline ( adrenaline ) te blokkeren, terwijl het de genotscentra van de menselijke hersenen stimuleert door de congestie van deze neurotransmitters; dopamine, serotonine en nor-epinefrine uit de geest. Dit draagt bij tot de stimulatie van het beloningssysteem in de hersenen, wat positieve gevolgen heeft voor de aanleg, energie en motivatie. MAAR het lichaam bouwt het op, zodat steeds grotere doses nodig zijn om hetzelfde effect te hebben.

Chronische consumptie van cocaïne put dopamine uit. Wat leidt tot drang naar de drug die deze ernstige depressie tijdelijk verlicht. Momenteel zijn er geen medicijnen goedgekeurd door de Amerikaanse Food and Drug Administration om cocaïneverslaving te behandelen.

Gedragsbehandeling

Veel gedragsbehandelingen voor cocaïneverslaving blijken te werken in zowel klinische als residentiële settings. Sterker nog, gedragstherapieën zijn vaak de enige beschikbare en effectieve remedies voor veel drugsproblemen, waaronder stimulerende verslavingen. De integratie van gedrags- en farmacologische behandelingen kan uiteindelijk de beste aanpak blijken te zijn.

De klinische manifestaties van cocaïnevergiftiging zijn niet alleen een deel van de inherente toxiciteit, maar ook van de versnijdingsmiddelen. Levamisole kan agranulocytose veroorzaken, een diepe daling van het aantal neutrofielen, waardoor een verzwakt immuunsysteem vatbaar is voor opportunistische infecties, die zijn beschreven bij cocaïnegebruikers.

Symptomen

Tot de symptomen behoren psychiatrische symptomen zoals depressie, agitatie en paranoia. Fysiologische symptomen zijn stuiptrekkingen, hyperthermie en pijn op de borst door longschade. Gewoonlijk wordt cocaïne gebruikt in combinatie met alcohol, waardoor een secundaire metaboliet ontstaat, cocaethyleen genaamd. Deze metaboliet is cardiotoxisch en draagt verder bij tot de hartproblemen die gepaard gaan met cocaïnegebruik.

Hyperthermie wordt beschouwd als een van de belangrijkste oorzaken van cocaïnedoden. Benzodiazepinen, zoals lorazepam, helpen de geagiteerde persoon te kalmeren en kunnen zowel stuiptrekkingen genezen als voorkomen. Bovendien helpt het kalmerende effect de patiënt af te koelen en de hyperthermie aan te pakken.